Ondersteunde Communicatie theorie krijgt plek in de praktijk

Een posterpresentatie van Hans van Balkom was voor Sandra Koster de aanleiding om zich als OC-behandelaar te verbinden aan Stichting Milo. Hoe is het haar vergaan?

Zijn posterpresentatie over Ondersteunde Communicatie (OC) en het Communicatie Competentie Profiel (CCP) vond ik interessant, maar erg ingewikkeld. Als praktijkmens vind ik het belangrijk dat theorie wordt vertaald naar de praktijk, zodat theoretische kennis op de werkvloer wordt gedragen en uitgevoerd.”

Het klikte en sinds 2011 is Sandra als OC-behandelaar betrokken bij Milo. ”Bij Milo zit ik dicht op wetenschappelijke ontwikkelingen én ik kan participeren in de ontwikkeling van kennis. Nu terugkijkend vind ik, dat we er met z’n allen in slagen om het CCP stap voor stap steeds meer iets van ons allemaal te maken en te vertalen naar praktische handreikingen waar het sociaal netwerk direct mee aan de slag kan.

Dynamisch assessment

Het leer- en ontwikkelingspotentieel raakt in de war als je communicatief meervoudige beperkingen hebt. Milo gebruikt dynamische assessment om uit te zoeken wat het potentieel is. Dit gebeurt samen met kinderen (de cliënten) en hun omgeving. Of, met andere woorden, het kernteam dat bestaat uit ouders, verzorgers en behandelaars.

Het eerste behandeltraject bij Milo is  een sterkte-zwakte analyse die resulteert in een Communicatie Competentie Profiel (CCP) en in vijf hoofddoelen die het kernteam in samenspraak hebben geformuleerd. In het vervolgtraject worden behandeldoelen SMART[1] geformuleerd en er wordt beschreven hoe de voortgang wordt gemeten. Voor het werken aan de ontwikkeling van ondersteunde communicatie wordt Goal Attainment Scaling (GAS) gebruikt als planningsproces. De GAS rating scale is een evaluatiemethode die zowel het kernteam als ieder individu in dat team helpt om richting te geven aan dynamische assessment.

Werken met GAS doelen

Sandra geeft een voorbeeld van de uitwerking van het doel ‘meer variatie in de communicatiefuncties’. “Je beschrijft dan de communicatiefuncties die de leden van het kernteam bij de cliënt proberen uit te lokken of met de cliënt oefenen. Na een periode van bijvoorbeeld drie weken, wordt een video-observatie van een uur gemaakt.

Je bekijkt dan in welke mate de cliënt het GAS doel ‘minimaal 3 verschillende communicatiefuncties gebruiken’ heeft bereikt.

De cliënt laat in die observatie bijvoorbeeld zien, dat hij niet alleen heeft aangegeven dat hij iets wel of niet wil, maar de cliënt heeft ook zijn broertje begroet die binnen kwam en hij heeft aangegeven dat hij blij is. Vervolgens geef je in een zespunts-schaal aan in welke mate het doel is bereikt.”

Zeggen wat je doet en doen wat je zegt.

OC-behandelaars hebben een uitgebreide taak. Ze formuleren niet alleen hun eigen doelen en oefenen met de cliënt. Ze helpen de leden van het kernteam om hun persoonlijke doelen in de interactie met de cliënt na te streven.

Eigenlijk ben je ook een projectleider en procesbewaker, die continu in interactie is met de ouders en het sociale netwerk.

Sandra vindt het belangrijk om het kernteam te vertellen wat ze doet. “Ouders en het sociale netwerk vinden het prettig als je ze iedere keer meeneemt. Bijvoorbeeld door behandelverslagen met ze te bespreken en ook door de gas doelen samen met de omgeving te scoren. Dat zie je terug in de behandelresultaten.

Het potentieel boven water halen bij cliënten en hun omgeving is een hele puzzel. “Ik vind het belangrijk om deze ingewikkelde puzzels te leggen, omdat we daarmee de zelfredzaamheid van kinderen met communicatief meervoudige beperkingen kunnen verbeteren.

 

 

 

 

[1] SMART staat voor Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden

Gerelateerde Berichten