Cognitie: Je moet het kind volgen en niet de test

“Met een test werk je telkens naar een volgend niveau totdat je op een niveau aankomt waarop het kind niet verder kan, en dat is het dan. Maar het kind kan in zijn hoofd wel verder zijn dan dat niveau, maar het niet laten zien. Althans, niet met die test. Daarom moet je het kind volgen, niet de test”, zegt logopediste Liesbeth Verkade.

Liesbeth Verkade is een ervaren logopediste en sinds bijna drie jaar als behandelaar Ondersteunde Communicatie (OC) verbonden aan Stichting Milo. “Als het voor een kind lastig is om iets te pakken, dan zal de opdracht ‘pak aap’ niet lukken. Maar dat zegt dan niets over zijn cognitie, zijn denkvermogen.”  Cognitie is een veelomvattend begrip dat betrekking heeft op het vermogen om kennis op te nemen, te verwerken en te reproduceren. Het is een van de kerndomeinen waarin het vermogen tot communiceren ligt besloten.

Wat is de beste manier om de cognitieve ontwikkeling van een cliënt in kaart te brengen?

“Ik denk dat het belangrijk is om met een open blik naar het kind te kijken. Waar liggen de mogelijkheden van een kind en dan van daaruit voortborduren.

Volgen en uitbreiden, aansluiten op zijn interesses. Geeft het kind bijvoorbeeld een ja of een nee aan met zijn blikrichting. En wat kan je met die blikrichting dan nog meer.”

Welke vragen stel je en welke observaties voer je uit?

“Dat hangt af van het kind. Belangrijk is om aan te sluiten bij zijn interesses. Kan het kind ordenen, begrijpt het actie-reactie, kan het sorteren? Dat doe je met observaties en door te spreken met betrokkenen, zoals ouders en leerkrachten. Om achter die cognitieve ontwikkeling te komen, dat is de uitdaging. Want als een kind niet kan communiceren, dan weet je het niet. Je moet het kind dus leren communiceren en aanreiken wat hij daarvoor nodig heeft. De eerste stap is dus interesse in de mogelijkheden en de uitdaging, de tweede is zoeken naar de beste manier om de communicatie te ondersteunen. En dat is soms ook gewoon trial en error. En het derde is, als je hem een manier hebt gegeven om zich te uiten, dan vragen wat hij kan.”

 

Hoe stimuleer jij een cliënt tot het nemen van een volgende ontwikkelstap?

Je kijkt eerst naar wat een kind kan uiten, bijvoorbeeld een woord of zin, maar het kan ook een gebaar zijn, of een plaatje in de oogbestuurde spraakcomputer. Dan geef je dat terug met een aanvulling erbij, afhankelijk van het kind, zijn interesse en de situatie. Het vraagt veel van je eigen flexibiliteit om uit te gaan van het kind in plaats van de veiligheid van een test. Het betekent dat je soms je eigen ideeën over hoe een bepaalde activiteit moet verlopen, moet loslaten. Stel je wilt samen pannenkoekenbeslag maken met ei, melk en meel, maar het kind doet er andere dingen mee. Dan moet je ineens schakelen: opruimen en poetsen in plaats van roeren. Maar dat is ook een resultaat. Kijk wat er dan gebeurt in de communicatie terwijl je met het kind opruimt. Geef daar taal aan en ga samen verder.”

Heb je een voorbeeld waarbij het verbeteren van de communicatie leidt tot een verbeterde inschatting van de cognitieve ontwikkeling?

Het verhaal van Ruben is een goed voorbeeld. Ruben werd getest met een taaltest dat is gekoppeld aan zijn cognitief vermogen. Het resultaat van de test was dat er sprake was van een basaal niveau. Het probleem met zo’n taaltest is dat je iets vraagt terwijl hij geen mogelijkheid heeft om antwoord te geven.

Sinds hij de spraakcomputer heeft zegt Ruben gewoon ‘oeps, nog een keer’, of ‘ik wil iets anders’. Laatst zat ik met zijn moeder te praten die in verwachting is. Zegt hij na afloop van dat gesprek ineens: ‘mama zwanger’ en ‘ik grote broer’. Ruben heeft dus een veel hoger niveau dan vooraf ingeschat.”

 

Heb je tips voor ouders en professionals voor leuke, uitdagende activiteiten?

“Tips zat, maar het hangt af van het kind. Ga uit van alles waar het kind initiatief in neemt en waarmee je hem kunt uitdagen. Komt het vanuit de behandelaar, dan is het een toevalstreffer.

Vergelijk het met het organiseren van een personeelsuitje. Als ik verzin dat we gaan karten dan zullen sommigen dat leuk vinden en anderen niet. Als ik met het kind een voorwerp verstop, een vork bijvoorbeeld, dan vindt hij dat misschien niet interessant. Maar een auto wel. Of neem een letter, de M. De woorden muis of man vindt hij misschien niet interessant, maar het woord monteur wel.

Dus wederom: kijk naar het kind. Het kind bepaalt het onderwerp, jij het doel en de manier waarop de activiteit wordt aangeboden.”

 

Wat is jouw mooiste ervaring van een ontwikkelstap van een cliënt?

“Mijn mooiste ervaring is met een jongen van wie uit observatie bleek dat het lastig zou zijn om voor meer content om te schakelen naar een volgende pagina in zijn oogbestuurde spraakcomputer. Die jongen programmeert nu zelf zijn app. Niet door te typen, want dat kan hij niet. Maar hij geeft jou de opdracht. Hij zoekt zelf nieuwe content, laat mij een filmpje zien, of een foto. Hij selecteert een lege pagina en een leeg vakje en samen selecteren we welk woord en plaatje erin moeten. En als ik het niet begrijp dan zoekt hij zelf in het fotoalbum op zijn spraakcomputer. We gaan nu uitbreiden met werkwoorden, een briljante ontwikkelstap.”

Wat betekent cognitie voor jou en onze doelgroep?

“Dat is een lastige vraag. Cognitie is natuurlijk wel belangrijk. Als je een bepaald denkvermogen hebt, kun je bepaalde dingen. Maar het moet niet de basis zijn, dat is namelijk wat het kind laat zien. Je moet niet op basis van een taaltest een beperking opleggen. Cognitie en communicatie hangen samen. Cognitie zegt niet per se iets over de communicatie en communicatie zegt niet per se iets over de cognitie. Een kind dat zich niet kan uiten, kan wel degelijk ‘iets’ in zijn hoofd hebben.”

Gerelateerde Berichten