Het fundament voor taal ontstaat door interactie en communicatie tussen ouders en kind

Op 6 oktober 2016 gaf Hans van Balkom een lezing tijdens de presentatie van het boek van Elzi de Voogd: 'Sprakeloos: Zeven moeders over hun zwijgende kind’. Bram Lubbers maakte de foto’s.

De presentatie van het boek werd bijgewoond door circa vijfenzeventig mensen. Froukje Hulsman-ten Hove, redacteur bij uitgeverij De Banier, overhandigde de eerste exemplaren aan Elzi de Voogd en aan Bram Lubbers. Daarna vertelde De Voogd over haar eigen ervaringen met een zwijgend kind en waarom ze het boek heeft geschreven. Hans van Balkom hield een lezing over communicatiemogelijkheden voor en met niet-sprekende kinderen. Tot slot was er gelegenheid om vragen te stellen.

© 2016 Pitstop Fotografie

Elzi de Voogd

Toen Sybe werd geboren waren Elzi de Voogd en haar man twintig jaar. Ze hadden er nooit bij stilgestaan dat hun kind gehandicapt zou kunnen zijn. In eerste instantie wees niets erop dat er iets aan de hand was. Sybe had hun hart al lang veroverd voordat ze twee jaar later de boodschap kregen dat  hij een verstandelijke beperking heeft. Na vijftien jaar concludeert Elzi dat niemand je kan voorbereiden op een leven met een gehandicapt kind. Het grootste probleem is niet die beperking, maar dat andere mensen hen niet begrijpen. Dat mensen niet verder kijken dan het syndroom. Iedereen roept dat het zo erg is … een gehandicapt kind. Natuurlijk is het accepteren van een gehandicapt kind niet eenvoudig. Maar daarnaast begrijpt bijna niemand wat het ook aan levensvreugde, inzicht en voldoening oplevert … elke dag weer opnieuw. Elzi hoopt dat haar boek met verschillende levensverhalen van ouders anderen helpt om de mens zelf te zien, om verder te kijken dan de rolstoel of iemands handicap. Dat is wat de verhalen over Willem, Laura, Barend, Naómi, Okke, Jenneken, Tim en Sybe ons aanreiken aan beleefde ervaringen. Zij allen spreken niet, maar ze hebben ons desondanks veel te vertellen

Hans van Balkom

Na de felicitaties voor het boek te hebben uitgesproken, vertelde Hans van Balkom dat mensen eigen manieren zoeken om uitdrukking te geven aan de wijze waarop zij in het leven (willen) staan. Ook al kunnen mensen niet praten, communiceren kunnen en willen ze altijd. Immers communicatie is zo veel meer dan praten alleen! Ieder communiceert op eigen wijze.

Om te communiceren met mensen die niet kunnen praten, kun je alles gebruiken wat het uitwisselen van betekenis mogelijk maakt. Bijvoorbeeld door voorwerpen, symbolen of een spraakcomputer in te zetten. De meest natuurlijke vorm of combinatie van vormen van Ondersteunde Communicatie (OC) gaat uit van lichaamsgebonden uitingen, zoals blik- of kijkrichting en gebaren. De intentie en het begin daarvan komen uit de grond van je hart, lijf en leden. Op eigen wijze inhoud en vorm geven, helpen de interactie om te vormen tot betekenisvolle communicatie. Als dát lichamelijk gevoelen er is of ontstaat, dan is verdere aanvulling  en verandering naar een voorwerp of een apparaat mogelijk.

Communicatie met omgeving

De basis voor taal wordt niet op school gelegd, maar ontstaat vanuit functionele communicatie met de omgeving. Genetisch gezien worden we vanaf de geboorte voorbereid  om taal te ontwikkelen in directe contacten met anderen. De wijze waarop en dát we taal ontwikkelen is in aanleg aanwezig  vanaf de geboorte en wordt aangewakkerd en gestileerd door het taalaanbod vanuit de directe omgeving.

Ontwikkeling zenuwstelsel

Sinds kort weten we uit neurocognitief onderzoek in Nijmegen, dat baby’s al heel vroeg in staat zijn om  ritmiek in muziek, zang  en beweging te herkennen. Vooral in de directe contacten tussen ouder (moeder) en kind. Geluidstrillingen en ritmische beweging (bijvoorbeeld heen en weer schommelen) brengen het vocht in het slakkenhuis van het oor in beweging. 

Dat stimuleert de hersenzenuw van de baby om zenuwstrengetjes te maken die samen een netwerk vormen; een structuur waarbinnen beweging en klanken als patronen herkend kunnen worden en als zodanig via het werkgeheugen herkend gaan worden.

Kerndomeinen

Die structuur in het zenuwstelsel bestaat uit zeker tien domeinen waaronder gehoor, tast, geur en bewegen. Taal hangt zich op aan dat netwerk. Geleidelijk aan leren baby’s daardoor de gesproken taal (en gebarentaal) kennen en begrijpen. Zeker als dat aangeboden wordt door geluidjes, spraakklanken, neuriën en ritmisch op het ruggetje kloppen en door met de baby op de arm te lopen. Het geheugen wordt gevormd en het begrip neem toe.

Het uitgangspunt voor alle behandelingen bij stichting Milo zijn de tien kerndomeinen in het brein, waaraan communicatieve en talige gedragingen gekoppeld zijn terwijl we daarmee bezig zijn. Niet sprekende mensen kunnen en zullen op hun eigen manier én in de ‘taalvorm’ van hun eigen voorkeur, dingen kenbaar willen maken. Echter door de beperkingen zijn hun communicatiesignalen vaak erg zwak. Die signalen, ook al zijn ze nog zo minimaal, zijn voor Milo aanknopingspunten voor de ontwikkeling van ondersteunde communicatie.

Ieder mens communiceert

Wat betekent dit voor mensen die niet kunnen praten? Ieder mens is voorbestemd om vanuit zijn eigen aanleg te communiceren. Uit je zelf uit je jezelf, je kunt niet anders. Ieder mens communiceert om te overleven in zijn omgeving. Die behoefte, die drang maakt dat ieder mens communiceert in welke vorm dan ook. Probleemgedrag van kinderen die niet of nauwelijks spreken, moet je dan ook zien als een communicatieve uiting van die persoon. Dat is blijkbaar de enige manier waarop ze kunnen aangeven dat er iets aan de hand is, dat ze pijn hebben of dat er emotioneel iets met hen aan de hand is. Het is dan aan ons om te achterhalen wat er aan de hand is.

Vragenronde

De opa van Laura, een Rett-meisje van 14 jaar, vindt dat er meer bekendheid moet worden gegeven aan de ontwikkeling die een kind als Laura door heeft gemaakt. Hij weet nu dat een kind met een beperking meer kan horen dan de omgeving in eerste instantie denkt. En mensen weten ook niet wat een spraakcomputer is. Er mag veel meer aan de weg getimmerd worden om mensen te informeren, die hier zelf niets mee te maken hebben.

Boekgegevens

Sprakeloos: Zeven moeders over hun zwijgende kind / Elzi de Voogd en Bram Lubbers. - Uitgeverij De Banier, 2016. - 192 p. - ISBN 978 94 6278 9036, c-NUR 402 000

 

Gerelateerde Berichten