In de Milo behandelprogramma’s werken we aan een blijvend systeem voor Ondersteunde Communicatie (OC). Dit vraagt om een goede afstemming tussen Milo en het sociale netwerk van de cliënt.
Er zijn mensen die alleen met hun ogen kunnen communiceren. Milo geeft onafhankelijk adviezen over de selectie van oogbestuurde spraakcomputers. Wanneer zet je een oogbestuurde spraakcomputer in en waar let je op bij de keuze?
Voor ‘Op weg met de ander’, het contactblad van de christelijke vereniging van en voor mensen met een beperking spreekt Wouter Wieman met Hans van Balkom en Margje van der Schuit van Stichting Milo.
Het idee achter het communicatiepaspoort is dat je samen met een communicatief meervoudig beperkte cliënt (kind, jongere of volwassene) een persoonlijk document maakt.
Uit jezelf vertellen wat je tijdens je vakantie of in het weekend hebt beleefd? Mensen met communicatieve beperkingen kunnen dat doen met een gesproken fotoalbum.
In de behandeltrajecten biedt Milo het sociaal netwerk gelegenheden om samen met de cliënt de nieuwe ‘taal’ te leren die communiceren (weer) beter mogelijk maakt.
Ondanks stoornissen en beperkingen kunnen kinderen hun aangeboren vermogen tot communicatie en taalverwerving aanspreken. Hans van Balkom legt uit waarom kinderen en hun ouders niet vroeg genoeg kunnen starten met ondersteunde communicatie.
Wanneer je door een beperking belemmeringen ervaart, zal je vaardigheden ontwikkelen om deze belemmeringen op de een of andere manier te compenseren. Bijvoorbeeld door het inzetten van je gehoor en tast als je niet goed kunt zien.