Wie we zijn

Bij Milo maken we communicatie mogelijk. Samen met ouders als ervaringsdeskundigen. Want ook als je niet kunt praten, wil je communiceren. Ondersteunde communicatie biedt mogelijkheden om te communiceren, juist als taal niet tot spraak komt. Iedereen heeft recht op toegang tot communicatie, waar, wanneer en op wat voor manier dan ook. Bij Milo gaan behandeling, opleiding, wetenschap en innovatie hand in hand. Zo beïnvloedt de praktijk de wetenschap en andersom en blijven we samen leren. Zo helpen we mensen communiceren.

Het verhaal van Milo

Het verhaal van Milo begon met de persoonlijke droom van Hans van Balkom. Hij wilde graag taaldokter worden, maar het werd taalwetenschap. In de vroege jaren 80 bestond ondersteunde communicatie (OC) in de vorm van technologie nog niet. Toen de eerste computers opkwamen, zag Hans de mogelijkheid om met spraakcomputers mensen te helpen die moeite hadden met communicatie. Hij wilde vooral kinderen helpen die niet konden praten.

Hans probeerde al verschillende keren een organisatie op te zetten met dit doel, maar dat liep steeds mis. Totdat hij in 2002 Wim Prins ontmoette, een vader van een dochter met een bijzondere genetische afwijking met onder andere een verstandelijke beperking tot gevolg. Wim geloofde in het idee van Hans en samen gingen ze puzzelen hoe ze dit konden realiseren. In 2008 werkten ze een eerste plan uit, maar dat bleek helaas onhaalbaar. Wim benadrukte hoe belangrijk het was dat Hans eerst hoogleraar zou worden. Het belang van de wisselwerking tussen wetenschap en praktijk vormt de basis van Milo. 

Het echte keerpunt kwam toen Hans werd benoemd tot bijzonder hoogleraar Ondersteunde Communicatie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hier ontstond het idee voor een haalbare variant van Stichting Milo als een zelfstandig behandelcentrum voor ondersteunde communicatie. Het kostte veel moeite om Milo van de grond te krijgen, zonder financiële middelen en personeel, maar met de hulp van Wim en later Arjen Beekman, een registeraccountant, lukte het. Arjen zorgde voor de zakelijke kant van de organisatie, terwijl Hans zich richtte op de inhoudelijke kant.

De drie mannen vormden samen de basis van Stichting Milo. Hans is blij dat zijn droom om taaldokter te worden toch nog is uitgekomen, zij het op een andere manier dan hij had gedacht. Inmiddels is Milo uitgegroeid tot een expertisecentrum voor ondersteunde communicatie waar behandeling, opleiding, wetenschap en innovatie hand in hand gaan. Met meer dan honderd medewerkers zetten we ons iedere dag in voor kinderen en jongvolwassenen die niet of nauwelijks kunnen praten vanwege een communicatief meervoudige beperking (CMB) én hun communicatiepartners. 

De naam Milo

Een bekend Amerikaans kinderboek genaamd 'The Phantom Tollbooth' (Het betoverde tolhuisje) was een grote inspiratiebron voor Milo. "The Phantom Tollbooth" is een kinderboek geschreven door Norton Juster. Het verhaal volgt een jongen genaamd Milo die zich verveelt met zijn alledaagse leven. Op een dag ontvangt hij een mysterieus pakketje dat een tolhuisje bevat. Wanneer hij door het tolhuisje gaat, belandt hij in een wonderbaarlijke wereld genaamd het Koninkrijk van de Wijsheid. Daar begint Milo een avontuurlijke reis waarin hij Taalland (Dictionapolis) en Rekenland (Digitopolis) bezoekt. Tijdens zijn avontuur moet hij allerlei opdrachten doen met taal en rekenen. Zo leert hij steeds meer en wordt hij wijzer, zodat hij de beste keuzes kan maken en problemen kan oplossen. Eigenlijk is het een soort avontuurlijke reis door taal. De avonturen van Milo staan symbool voor de reis die we tijdens de behandeltrajecten maken.